
Geschreven door Wilfred Rubens. Lees hier het hele artikel.
Het Britse National Centre for AI heeft zijn eerdere volwassenheidsmodel voor AI in het onderwijs geactualiseerd naar aanleiding van de opkomst van generatieve AI. Waar voorheen AI-gebruik voornamelijk afhankelijk was van de aanschaf van specifieke tools, maakt generatieve AI zoals ChatGPT nu brede, laagdrempelige toepassingen mogelijk. Hierdoor verschuift de focus van technologie naar de bekwaamheid van medewerkers. Het geüpdatete model bevat nog steeds vijf fasen, maar met duidelijke inhoudelijke aanpassingen aan de realiteit van 2024.
1. Approaching and Understanding
Instellingen oriënteren zich op AI, inclusief de maatschappelijke, ethische en juridische implicaties zoals privacy, bias, energiegebruik en datagebruik. Nieuw is de nadruk op het betrekken van diverse belanghebbenden in deze fase en het verbreden van het perspectief.
2. Experimenting and Exploring
Instellingen starten met het verkennen van AI-tools, veelal via generieke toepassingen zoals Copilot of ChatGPT in plaats van specifieke aankopen. Nieuw is de uitbreiding van aandacht naar AI-veiligheid, juridische aspecten en ethische vraagstukken. Dit stadium vraagt om richtlijnen voor verantwoord gebruik.
3. Operational
AI wordt breed ingezet binnen processen, waarbij AI-geletterdheid centraal staat. AI is in vrijwel alle applicaties ingebouwd; het is niet langer optioneel. Instellingen hebben daarom institutionele richtlijnen nodig, en medewerkers moeten beschikken over vaardigheden om AI veilig en effectief te gebruiken. Nieuw is het onderscheid tussen algemene AI en taakspecifieke AI.
4. Embedded
AI is structureel onderdeel van digitale transformatie en projectimplementatie. AI wordt niet langer als ‘speciaal’ gezien, maar is genormaliseerd. Belangrijke kenmerken in deze fase zijn volwassen datagovernance en beleidslijnen rond AI, die integratie en optimalisatie ondersteunen.
5. Optimised/Transformed
AI wordt strategisch ingezet om het onderwijs te optimaliseren of fundamenteel te transformeren. De focus ligt op gepersonaliseerd leren, selectieve automatisering van taken, en het vrijmaken van tijd voor menselijk contact en creativiteit. De nieuwe titel van deze fase weerspiegelt de verbreding van doelen: niet alleen radicale transformatie, maar ook geleidelijke optimalisatie behoort tot de strategie.
Conclusie
Het nieuwe AI-maturity model erkent dat AI-gebruik in het onderwijs niet langer een technologische uitdaging is, maar een organisatorische en didactische. De centrale vraag is niet of AI wordt gebruikt, maar hoe medewerkers en instellingen hiermee verantwoord, effectief en strategisch leren omgaan.